Lezing Oude Testament: Jeremia 4: 19 – 5: 1

Evangelielezing: Lucas 19: 41 – 48,   

 

In mijn boekenkast staat een oud, vergeeld boekje over Jeremia van prof. Krijn Strijd.

Hij was hervormd predikant in de jaren rond en na de Tweede Wereldoorlog, zat tijdens de oorlog enkele jaren gevangen in kamp Amersfoort en Vught.

In de 60-er jaren werd hij kerkelijk hoogleraar christelijke ethiek.

Hij was pacifist, secretaris van Kerk en Vrede en één van de medeoprichters van de vroegere politieke partij PSP, de Pacifistisch Socialistische partij, weer opgeheven in 1991.

 

Krijn Strijd zei voor zijn geestelijke en sociale vorming o.a. veel te danken te hebben gehad aan de profeet Jeremia.

Zijn boekje over Jeremia is uitgekomen in 1941, tijdens de eerste oorlogsjaren, moeilijke en onrustige, onzekere jaren voor ons land en Europa.

In de inleiding van zijn boekje over Jeremia geeft Strijd antwoord op de vraag waarom je je zou verdiepen in zo’n oud boek als dat van Jeremia:

Hij schrijft: ‘Ik ken géén boek, zo actueel, zo richtinggevend, zo in onze wereld- en geestessituatie passend, als het Oudtestamentische boek Jeremia’.

Wie zich in Jeremia verdiept, schrijft Strijd, ziet dat alle afstand in tijd en ruimte wegvalt.

 

En ik denk dat we kunnen zeggen, zeker na het lezen van onze lezing uit Jeremia 4,

dat niet alleen de afstand tussen Jeremia en de oorlogsjaren in de tijd van Strijd wegvalt,

maar ook tussen Jeremia en onze tijd.

Dat de woorden van Jeremia ook voor ons al te herkenbaar zijn.

In vers 20: ‘Ramp op ramp wordt gemeld, heel het land gaat ten gronde’.

Wij noemen dat tegenwoordig crises, maar ik denk dat we hetzelfde bedoelen.

Een ramp is volgens het woordenboek:

‘Een gebeurtenis of situatie waardoor ernstige verstoring van de algemene veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en gezondheid van vele personen, dan wel grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd.’

‘Het leven en de gezondheid van vele personen bedreigd’, naast nog de materiële belangen.

Noem de rampen, dan wel de crises in onze tijd maar op,

die leven van mens en dier en ook het materiële bedreigen:

De klimaatcrisis, de oorlogen in Oekraïne, tussen Israël en Hamas, de vluchtelingencrisis, geweld in allerlei landen, armoede, honger, droogte, bedreigende ziektes in delen van de wereld,

de energiecrisis, aantasting van het milieu waardoor vele soorten dieren en planten bedreigd worden of al verdwenen zijn wat gevolgen heeft voor alles wat leeft, mens en dier.

‘Ramp op ramp wordt gemeld’, de ene crisis na of naast de andere, de journaals staan er bol van.

 

Krijn Strijd herkende de situatie en sfeer van zijn tijd bij Jeremia.

En ging bij Jeremia te rade voor een antwoord op volgens hem de belangrijkste  vragen van een mens, toen in die oorlogsjaren, maar ik denk van alle tijden:

In de volgorde zoals Krijn Strijd ze noemt:

‘Wie is God? Wie is de mens of wie ben ik? en Wat moet ik doen?

In de oorlogsjaren hebben mensen op heel verschillende manieren antwoord gegeven op die vragen.

En nu, in onze situatie, met de crises waar wij mee te maken hebben, worden die vragen ook weer aan ons gesteld, en is het aan ons op daarop antwoord te geven.

‘Wie is God? Wie ben ik? en: Wat moet ik doen?’

Natuurlijk ook de vraag: ‘wat kán ik doen?’

We hebben misschien vaak het gevoel maar zo weinig te kunnen doen tegenover al die grote problemen.

Maar ook dan, binnen dat misschien weinige, kleine, klinkt toch steeds die vraag:

‘wie ben ik en wat moet ik doen, hier en nu in mijn situatie, met mijn mogelijkheden?’

En vandaag gaan wij, net als Krijn Strijd in de jaren 40, te rade bij Jeremia om een antwoord te zoeken op die vragen.

 

Het is een reeks heftige klachten die Jeremia uit in het hoofdstuk dat wij hebben gelezen,

‘steden verwoest, vogels uit de lucht verdwenen, land geworden tot woestijn’ .

Zelfs: ‘Er waren geen mensen’.

Toch is dat is niet het laatste wat gezegd wordt.

Jeremia klinkt, en ook ís, wanhopig, gebroken door wat hij om zich heen ziet.

Zoals Jezus na de intocht zal huilen over het lot van de stad Jeruzalem: ‘omsingeld, met de grond gelijk gemaakt, ze zullen je kinderen verdelgen, geen steen op de andere laten’,

zo huilt Jeremia om wat hij ziet er van de wereld geworden is:

‘O bonzend hart, o razend hart, ik krimp ineen van pijn’.

Jeremia kijkt tot op de bodem, zo diep is de wereld bedorven, terug bij af, als is het weer terug naar de tijd voor de schepping.

‘Ik zag de aarde, woest en doods.

 Ik keek op naar de hemel, er was geen licht’.

De donkere chaos zoals die er was vóor de schepping is teruggekeerd.

‘Geen mensen, alle vogels uit de lucht verdwenen, het land als woestijn, steden verwoest’.

Een klimaat- en milieucrisis in veelvoud, onleefbaar is de wereld geworden.

 

En toch, ondanks al die ontluisterende, huiveringwekkende beelden die Jeremia ziet en beschrijft,

ziet hij ook hoop.

Hoe klein ook, toch lichtpuntjes in het donker, houvast in de chaos.

Door alles heen, zegt Jeremia, in alle verwoesting en chaos, zal er toch iets bewaard blijven.

‘Heel het land wordt een woestenij, zegt God in vers 27, maar vernietigen zal ik het niet’.

Zoals een andere profeet, Jesaja zegt: ‘er zal een nieuwe tak ontspruiten aan de stronk’.

Zoals steeds, door heel de Bijbel heen:

in de duisternis toch weer licht ontstoken, vanuit de slavernij toch weer uittocht.

Hoe donker en uitzichtloos het ook lijkt: toch, steeds weer nieuw begin: licht, uittocht,

een kind dat geboren wordt,

en komende week zullen we op paasmorgen vieren: zelfs door dood heen toch weer leven.

Toch: Een weg die verder gaat, toekomst van licht en leven.

 

Maar niet zomaar, als vanzelfsprekend.

Geen gemakkelijk ‘stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw’.

We mogen vertrouwen op Gods trouw, maar dat vraagt om een antwoord.

Met de vragen die Krijn Strijd noemt:

Wie is God? – God is zoals bijvoorbeeld Exodus 33 het prachtig zegt:

liefdevol, genadig, trouw, die tot in het duizendste geslacht zijn liefde bewijst.

Maar dan volgen ook die andere vragen:

‘Wie is de mens? Wie ben ik en wat moet ik doen?’

Het is de eerste vraag die in de Bijbel klinkt, na de zogenaamde zondeval:

God die zoekt: ‘Adam, mens waar ben je? Wie ben je? Wat doe je?

De vraag naar ons mens zijn, wie ben je als mens, wie wil je zijn?

 

Zo klinkt na de ontstellende beelden uit Jeremia 4 in het eerste vers van hoofdstuk 5 opnieuw die zoekende vraag:

‘Vraag na, kijk om je heen, zoek op de pleinen of er nog iemand is die rechtvaardig handelt’,  die eerlijkheid nastreeft.’

Alsof God opnieuw Adam zoekt.

Het is de vraag van God aan de mens,

en dát is zijn trouw, zijn genadig liefde die niet opgeeft, die ons en de wereld niet opgeeft: ‘Mens waar ben je?’

‘Wie ben je? Wat doe je, hoe leef je?

God zoekt een bondgenoot, om mee de toekomst in te gaan, aan toekomst te werken.

‘Vraag na, kijk om je heen, zoek op de pleinen of er nog iemand is die rechtvaardig handelt’, dan zal ik Jeruzalem vergeven, zegt God.

Dan is er weer toekomst mogelijk voor mens en wereld.

 

Deze Palmzondag lezen we zoals gebruikelijk over de intocht van Jezus in Jeruzalem,

en vandaag uit Lucas over Jezus die huilt over het lot van de stad.

De Rechtvaardige bij uitstek.

Bewogen tot in zijn diepste ziel over het lot van mens en wereld.

Deze komende week zullen wij stil staan en stil worden bij de weg die deze Rechtvaardige gaat,

mededogen die trouw is tot het uiterste.

Om op Paasmorgen te vieren dat in die weg door lijden en dood heen God redding, nieuw leven zal geven.

Dat God verder gaat, met ons mensen, met de wereld.

‘Wie is God?’ – Trouw tot in alle geslachten.

 

Maar dan de vragen van Krijn Strijd: ‘wie is de mens, wie ben ik?’.

En met Jeremia klinkt voor ons de vraag ook of wíj die rechtvaardige die gezocht wordt kunnen zijn.

Of wij Jezus willen volgen op zijn weg,

met hem huilen over het onrecht, vernieling van een leefbare wereld,

met hem de weg willen gaan van liefde en mededogen, rechtvaardigheid, eerlijkheid, het goede, dat wat toekomst in zich draagt.

 

Jeremia houdt, in alle rampen om hem heen, de hoop vast, hoop gegrond in de trouw van God.

Wie is God? Dát is God, trouw door alles heen.

Wie is de mens? Wat moet ik doen?

Het is ons voorgedaan, aan ons om hoopvol daarop antwoord te geven.

 

 

Volgende kerkdienst

  • Eerstvolgende kerkdienst is op
    zondag 28 april om 10:00 uur
    Voorganger:
    ds. Reinhard van Elderen
    Locatie: De Toevlucht

Save
Cookies user preferences
De Twitter feed benodigt toestemming voor cookies, maar u mag deze ook weigeren.
Alles accepteren
Alles weigeren
Analytics
Tools used to analyze the data to measure the effectiveness of a website and to understand how it works.
Twitter
Accepteren
Weigeren