Ik dacht bij het lezen van de woorden van Jeremia in zijn brief voor het volk Israël:

Dit zijn woorden die je als ouders of grootouders aan je kind of kleinkind, of als doopouders aan je kind mee zou kunnen geven.

Bemoedigende, hoopvolle, inspirerende woorden voor het leven dat voor hem of haar ligt.

Zoals we straks ook zullen horen in het door Linda zelfgeschreven gedicht voor jullie kind.

 

Heel kort samengevat, schrijft Jeremia aan het volk: ‘Leef!’, Leef je leven.

Heel concreet: ‘Bouw huizen om in te wonen, plant tuinen om van te eten, ga huwelijken aan: zoek de liefde, krijg kinderen.

Leef je leven, ook als het moeilijk is.

De situatie voor het volk Israël in ballingschap, zo ver van huis, was niet gemakkelijk.

Maar zegt Jeremia: ‘Ga niet bij de pakken neerzitten, wacht niet maar af wat de toekomst zal brengen, maar ga aan het werk, doe wat je doen kunt, maak er wat van, van jullie leven’.

 

Leef je leven - met God – ‘Bidt tot God’ zegt Jeremia.

God heeft jullie geluk voor ogen, zal jullie een hoopvolle toekomst geven’.

Houdt dat visioen, die hoop voor ogen

Om als het ware vanuit Gods ogen naar het leven te kijken, hoe leven en hoe de wereld bedoeld is: goed leven, een goede wereld, geluk, vrede.

Dat is wat God wil geven, aan het joodse volk in Babel,

aan ons, wij in deze tijd waarin wij leven,

aan de dopeling van vandaag, de kinderen.

Wat je als ouders je kind gunt en hen mee wilt geven.

‘Leef het goede leven’.

 

Mooie, bemoedigende en inspirerende woorden, toen voor het volk Israël in ballingschap, en ik denk nog steeds actueel en hopelijk inspirerend ook voor ons.

 

Jeremia, de profeet, schrijft een brief aan de joodse ballingen in Babel.

Het volk is weggevoerd uit hun eigen land Israël naar Babel, omdat ze God ontrouw waren en vanwege alle misstanden in de godsdienst en in de samenleving.

En nu zijn ze in Babel, hun land is verwoest, en ook de tempel, het symbool en centrum van hun godsdienst, in Jeruzalem.

Hun verleden, hun identiteit zijn ze kwijt, en daarmee lijkt ook een toekomst, een goede toekomst ver weg.

Van God verlaten voelen ze zich, daar in het verre vreemde Babel.

 

Dan schrijft Jeremia hen een brief.

Wij schrijven nauwelijks nog brieven, jammer genoeg.

Natuurlijk is er email en whatsapp,

maar in een brief, al schrijvend met een pen, heb je en neem je automatisch meer tijd om goed te bedenken wat je wilt zeggen en schrijven.

Het is mooi als iemand echt de tijd neemt om jou een brief te schrijven – of een gedicht zoals we straks zullen horen van Linda voor jullie jongste kind.

 

Jeremia schrijft een brief aan het joodse volk in Babel.

Hij roept daarin het volk op om niet te moed te verliezen, hoe moeilijk en uitzichtloos de situatie ook lijkt.

Jeremia doet geen gemakkelijke beloften.

Zoals valse, optimistische profeten ook toen al, die beloven wat het volk graag wil horen:

‘het komt allemaal goed, over 2 jaar zijn we weer thuis’.

Kretologie: ‘ons volk, ons land will be great again’.

Jeremia is in zijn brief eerlijk en realistisch:

Het zal nog wel 70 jaar duren, maar dan zal God jullie terug doen keren naar Jeruzalem.

God heeft jullie geluk voor ogen en zal een hoopvolle toekomst van vrede geven.

 

70 jaar! Dat is een mensenleven.

Dat betekent dat degenen aan wie Jeremia zijn brief schrijft het niet mee zullen maken.

Voor hen geen terugkeer, geen uitzicht op verbetering van hun situatie.

Wat hebben ze daar dan aan?

Wat kunnen ze daarmee in de moeilijke, uitzichtloze situatie waarin zij leven?

 

We kunnen ons leven en onze situatie natuurlijk niet één op één vergelijken met de situatie van het joodse volk toen in ballingschap.

Onze problemen zijn heel anders, maar ons gevoel kan misschien hetzelfde zijn.

De uitzichtloosheid van de grote problemen die er zijn, het klimaat, de grote vluchtelingenstroom, de onrust in de wereld.

Zijn die problemen nog wel op te lossen, maken wij dat nog mee?

Of gaat het met de wereld en het samenleven alleen maar in een neerwaartse spiraal?

Is het niet óok begrijpelijk dat jonge mensen soms zeggen geen kinderen te willen,

niet in een wereld zoals die nu is,

vanwege de onzekere toekomst, de klimaatopwarming, de groeiende tegenstellingen in de wereld, de kloof tussen arm en rijk die steeds groter wordt,

de wapenwedloop die weer volop gaande lijkt.

Is het niet óok begrijpelijk dat ouderen soms denken ‘het zal mijn tijd wel duren, ik kan er toch niets aan doen’.

 

Maar gelukkig zijn er jongeren, ouders, grootouders die doen wat Jeremia zegt in zijn brief:

‘Leef’. Doe wat er gedaan moet worden, bouw op, doe groeien en bloeien, krijg kinderen, zorg dat ze blij en vrolijk kunnen leven en opgroeien.

Zet je in voor goed leven, goed samenleven,

schoollieren, grootouders die demonstreren voor het klimaat, inzet voor duurzaamheid: plastic scheiden, zonnepanelen hebben, energie besparen.

Zorg voor wie dat nodig heeft, oudere buren in je straat, vluchtelingen, als taalmaatjes, schuldhulpmaatjes.

Het hoeft niet allemaal groots en opzienbarende.

 

‘Zet je in voor de bloei van de stad, van je omgeving’, zegt Jeremia, want die bloei is ook jouw bloei.

Je inzet is nooit voor jezelf alleen, nooit alleen voor de ander,

maar voor de samenleving als geheel, voor mensen nu en voor de generaties na ons.

Vanwege het directe, concrete resultaat dat natuurlijk belangrijk is,

maar misschien nog veel meer om hoop te houden, om vertrouwen te doen groeien en door te geven, ook aan je kinderen en kleinkinderen.

Met de woorden van het thema van het kindernevendienstproject van vandaag: ‘Geef maar door’.

 

Als ouders, grootouders probeer je het leven door te geven.

Niet alleen maar biologisch, maar het leven met alle belangrijke waarden die daar voor jou bij horen: liefde, vertrouwen, geborgenheid, eerlijkheid, respect voor andere mensen,

delen als jij meer hebt dan een ander, zorgzaamheid en zorg voor de wereld, natuur, dieren,

geloof en geloofsvertrouwen.

 

De evangelielezing van vanmorgen van de 5 broden en de 2 vissen laat heel mooi zien hoe Jezus zijn leerlingen aan het werk zet om te zorgen voor de menigte mensen.

De mensen hebben honger, maar Jezus doet niet even een wonder om iedereen te eten te geven.

Jezus betrekt zijn leerlingen daarin: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’.

En mooi ook hoe juist een kleine jongen heeft wat er nodig is.

Soms zijn het juist kleine kinderen die op hun eigen kinderlijke manier kunnen helpen, troosten,

niemand te klein daarvoor.

 

En dan blijkt dat delen meer wordt, ja zelfs meer dan genoeg voor iedereen.

Liefde delen doet liefde groeien,

licht delen bijv. via een kaarsje, nog één en nog één en zo steeds meer licht.

Hoop delen, vertrouwen geven, doet hoop en vertrouwen groeien.

 

‘Geef maar door’, zegt het kindernevendienstproject vandaag.

Als ouders aan je kinderen: geloof, hoop en liefde,

Geef maar door: in liefde, vriendschappen, als buren en wijkgenoten.

Ook als kerk in deze wijk.

Geven en doorgeven: aandacht en meeleven, omzien naar elkaar, hulp soms heel praktisch, brood en ruimte om te leven aan wie daarin tekort komt, mensen dichtbij en verder weg,

openheid en respect ook voor wie anders is en leeft dan jij,

inzet voor leefbaarheid, vreedzaam samenleven.

Geef maar door, waar en wat jij kunt.

En het zal groeien en bloeien.

 

Leef! en deel je leven.

Daartoe ontvangt vandaag de dopeling en wij allemaal Gods zegen.

Volgende kerkdienst

  • Eerstvolgende kerkdienst is op
    zondag 28 april om 10:00 uur
    Voorganger:
    ds. Reinhard van Elderen
    Locatie: De Toevlucht

Save
Cookies user preferences
De Twitter feed benodigt toestemming voor cookies, maar u mag deze ook weigeren.
Alles accepteren
Alles weigeren
Analytics
Tools used to analyze the data to measure the effectiveness of a website and to understand how it works.
Twitter
Accepteren
Weigeren