Overdenking van de Week

3/8 Alleen met je hart kun je goed zien

Om een ‘ander’ verhaal tegenover het dagelijkse nieuws te horen lezen we de Bijbel, het meest verkochte en meest vertaalde boek.
Op de 2e plaats van meest vertaalde boeken staat het veel kleinere boekje ‘De kleine prins’ van de Franse schrijver Antoine de Saint-Exupéry: Le petit prince. 
Twee jaar geleden is er nog een Twentse vertaling uitgekomen,
door cabaretier Herman Finkers die onder de indruk is van de schoonheid en de wijsheid, de levenslessen van het verhaal.

De schrijver is Antoine De Saint-Exupéry, geboren in Lyon in Frankrijk.
Toen hij 4 jaar was stierf zijn vader, zijn moeder was een gelovig vrouw.
Toen hij tiener was stierf zijn jongere broer, ondanks vele gebeden, het betekende voor Antoine het afscheid van de kerk.
Toch bleef hij zoeken naar wat mensen en God met elkaar verbindt.
Zijn boeken zijn een neerslag van die spirituele zoektocht, hij schreef over de natuur, de mens en de menselijk waardigheid.
Het boekje ‘De kleine prins’ is geschreven in 1943, tijdens de 2e Wereldoorlog dus.
De schrijver was ook piloot en tijdens de oorlog voerde hij verkenningsvluchten uit voor de geallieerden,
Hierbij is hij een jaar na het schrijven van dit boekje ‘de kleine prins omgekomen, op 31 juli 1944, 44 jaar jong.

‘De kleine prins’ is dus ontstaan tegen de donkere achtergrond van de oorlog.
Het klinkt als een sprookje voor kinderen, maar is ook voor veel volwassenen een bijzonder en belangrijk boekje.
‘Dominee en therapeut Jean-Jacques Suurmond schrijft dat de kleine prins een symbool is van de ziel, van spiritualiteit en waarden die de wereld leefbaar houden.
Een priester vertelt dat hij dit boekje elke jaar een keer leest om ‘mens te blijven’.

De mooiste zin uit het boekje vind ik: ‘Alleen met je hart kun je goed zien’.  
De schrijver was als piloot en ook uitvinder omgeven door techniek.
Maar de techniek was voor hem geen doel, maar stond bij hem ten dienste van de ziel.
Met zijn vliegtuig kon hij hoog boven de aarde in de stille nacht onder de sterrenhemel vliegen en voelde hij een diepe verbondenheid met alles en iedereen.

Het verhaal van de kleine prins vertelt ook over een piloot die een noodlanding moet maken, midden in de woestijn, en daar ontmoet hij de kleine prins.
De techniek laat hem in de steek maar juist daardoor krijgt de ziel een kans.
Door de ontmoeting met de kleine prins, leert de piloot kijken, en leven, met zijn hart.

Grote mensen

Voordat de piloot vertelt over zijn verblijf in de woestijn en ontmoeting met de kleine prins, vertelt hij hoe hij als kind leerde zich aan te passen aan de wereld van de volwassenen.  Lezen blz. 7,8      

Ik had al bedacht om het boekje van De kleine prins vandaag te gebruiken,
toen ik zag dat de evangelielezing voor vandaag treffend past als spiegelverhaal bij dit verhaal van de kleine prins.
Over de wereld van de volwassenen, een wereld van verstandig zijn, over hebzucht, rijk willen zijn, over: hebben in plaats van zijn.
Terwijl het verhaal van de kleine prins vooral gaat over ‘zijn’, weer kind durven zijn.

We horen een gelijkenis die Jezus vertelt.
Over een man die letterlijk z’n ziel en zaligheid legt in zijn bezit.
Hij is rijk, maar arm in relaties, alleen.
Maar liefst 6 keer klinkt ‘ik’ in dit korte verhaaltje van Jezus.
De ander, de medemens is bij hem niet in beeld.
Terwijl dat juist de kern is van het verhaal van de kleine prins: je verbinden met een ander, liefdevol, zorgzaam.

Evangelielezing: Lucas 12: 16-21, 

De piloot in het verhaal van de kleine prins leeft, volwassen geworden, zijn leven,
past zich aan aan de volwassen wereld en vliegt met zijn vliegtuig tot hij vanwege motorpech een noodlanding moet maken in een woestijn.
Je zou kunnen zeggen: de motorpech staat voor het vastlopen in zijn volwassen, verstandelijke leven, waarin je doet wat er van je gevraagd wordt,
maar wat eigenlijk zielloos, zonder echte betekenis voelt.
De motorpech rukt hem daaruit,
zoals soms opeens gezondheidsproblemen je een halt toe kunnen roepen: het schiet in je rug, je raakt burned-out.
Of verlies van een geliefde, van je gezondheid, je werk, kan je leven opeens een halt toe roepen.
Je wordt stil gezet, komt in een woestijnperiode terecht, een bekend Bijbels beeld van beproeving en loutering.
Woestijn als leegte, leegte om je heen en vooral in jezelf.
Vruchtbaard is het om die woestijnperiode uit te houden, de leegte, de beproeving te doorleven – zoals Jezus 40 dagen deed in de woestijn –
- zoals wij de 40 dagentijd kennen, een tijd van bezinning en inkeer -.
Een woestijnperiode kan ook een tijd zijn om te zien wat er méér is, wat écht belangrijk is.
Tijd om tot jezelf en wie weet tot God te komen,
Tijd waarin je misschien met vallen en opstaan jezelf beter leert kennen, wie je bent, wat voor jou belangrijk is, hoe je je leven wilt leven.
Die tijd uithouden totdat een nieuwe manier van leven zich aandient,
waarin je weer ‘van harte’ kunt leven,
waarin je ziel, je wezen weer mee kan doen, je voortaan echt jezelf kunt zijn.

Wie kent niet in zijn of haar leven zo’n woestijntijd?
Een vraag om over na te denken tijdens de meditatieve muziek,
En ook: wie of wat is daarin, in die woestijntijd, voor jou belangrijk geweest om die tijd uit te kunnen houden,
om er doorheen te komen, hoop, moed te houden.

Meditatieve muziek

De piloot ontmoet in de woestijn de kleine prins, die ‘anders’ is, van een andere planeet dus eigenlijk uit de hemel komt.              
Tegenover de piloot, vastgelopen door de falende techniek, vertegenwoordigt de kleine prins de ziel.
Een klein mannetje vol kinderlijke verwondering, vertrouwen, verbeeldingskracht
– eigenlijk alles wat de piloot in zijn opgroeien tot volwassenheid is kwijtgeraakt.
Sommigen zien in de kleine prins een symbool van Jezus..     

De kleine prins vertelt de piloot over de planeet waar hij vandaag komt.
Dat hij zijn kleine planeet schoon moet houden van opschietend onkruid: de apenbroodbomen die de hele planeet kunnen overwoekeren.         apenbroodbomen
Dat moet de piloot doorgeven aan de kinderen en de mensen, om tijdig de kwade zaden en het onkruid van de apenbroodbomen te bestrijden.
Voor Saint-de Exupéry stonden in die tijd van de 2e WO de apenbroodbomen waarschijnlijk symbool voor het fascisme van die tijd.
Nu kun je de apenbroodbomen misschien zien als symbool voor extreem nationalisme, ondemocratische tendensen.
Of het klimaatprobleem, dat ons eigenlijk als een apenbroodboom boven het hoofd groeit.
Meer persoonlijk mag je het misschien zien als: slechte gewoonten, vooroordelen.
De apenbroodbomen staan voor het kwaad dat onze samenleving, de mensheid kan overspoelen,
als je de opschietende zaden niet bestrijdt en uitrukt worden ze ons de baas.

Maar op de planeet van de kleine prins bloeit ook een roos.   
De kleine prins ziet de roos en vindt haar prachtig, leert van haar te houden en voor haar te zorgen, verantwoordelijk voor haar te zijn.
De roos staat symbool voor liefde, kwetsbaarheid, kwetsbaar durven zijn.

Zingen: Lied 791: 1 en 4

De kleine prins vertelt de piloot over zijn reis naar andere planeten waar hij wonderlijke volwassenen ontmoet,   
zoals een koning die machtsziek is, men mag alleen dingen doen die die hij beveelt,
of de ijdeltuit die denkt dat de wereld alleen om hem draait,
een zakenman die alleen in cijfers en in bezit kan denken, maar niemand heeft om zijn bezit mee te delen en samen van te genieten, - denk aan de gelijkenis die Jezus vertelt -
een lantarenopsteker die, omdat het nu eenmaal voorschrift is, voortdurend de lantarens aan en uit doet.
Types die we nog steeds kennen.  
Ze staan symbool voor mensen die niet leven in verbondenheid met anderen, die eenzaam vooral met zichzelf bezig zijn.
Met uiterlijkheden, status, luchtkastelen, de buitenkant die heel wat lijkt, maar de binnenkant is leeg en dor, geen ruimte voor dromen, voor het kind in zichzelf.
 
Zingen: Lied 1001: 1 en 2

Zo reist de kleine prins tot hij de vos ontmoet die zijn vriend wil zijn en de kleine prins vraagt om hem te temmen.                    
Temmen is je met elkaar verbinden, vertrouwd raken, vriendschap.
‘De vos legt uit: ‘Jij bent voor mij een jongetje zoals alle jongetjes. Ik ben voor jou een vos als alle andere vossen.
Maar als je me tam maakt, dan ben je voor mij de enige op de wereld en ben ik voor jou de enige op de wereld.’
Bij elkaar horen, elkaar nodig hebben, voelen dat de ander blij is dat je er bent.
De kleine prins en de vos worden vrienden.
Maar dan komt de dag dat de kleine prins terug moet naar zijn planeet.
Ze moeten afscheid nemen.

Ik las voor het eerst over de vos en de kleine prins in een boekje van dominee Yolanda Voorhaar over de dood van haar dochtertje Hanna.
Ik heb een aantal keren dat fragment uit het verhaal van de kleine prins verteld in een rouwdienst als er jonge kinderen bij waren,
over afscheid moeten nemen van iemand van wie je houdt.
Ongeveer als volgt:
De kleine prins en de vos moeten afscheid nemen.
De vos is verdrietig en ook boos.
Wat heb je daar nou aan zegt de vos, als je vriendjes bent, elkaar lief vindt en je samen speelt en elkaar steeds meer leert kennen,
en dan opeens moet je weer afscheid nemen.
Dan heb je er toch niks aan.
Maar de kleine prins zegt:
Omdat wij elkaar kennen zal voortaan alles anders zijn, ook al zien we elkaar niet meer.
Als je naar het gele zand op het strand kijkt, denk je aan mijn blonde haren.
Als je de wind hoort zingen, denk je aan mijn stem.
Als je ’s nachts de sterren ziet zul je aan mij denken, en aan onze vriendschap en liefde.
Dat zul je nooit vergeten, want dat kun je in je hart bewaren.
En het geheim is: alleen met je hart kun je echt goed zien, en dat zal altijd blijven.
In je hart blijven de herinneringen en de verbondenheid.

Meditatieve muziek

Een sprookje over: wie ben je, wie wil je zijn als mens samen met anderen?
Waar leef je voor, leef je in verbondenheid met wie jijzelf ten diepste bent en in verbondenheid met elkaar?
Durf je lief te hebben, kwetsbaar te zijn, de kwetsbaarheid van de ander te zien?

Gaat de Bijbel daar niet óok over?
De oproep om Gods Woord te bewaren in je hart, te leven met hart en ziel,
God en je naaste liefhebben als jezelf met heel je hart.

  
Lezen: Spreuken 4: 20- 23, zingen: Gij hebt uw hart en ziel in ons gelegd


Volgens Jean-Jacques Suurmond kun je het verhaal van de kleine prins lezen als een Christusverhaal:
aan het eind wordt symbolisch de dood van de kleine prins beschreven, zijn lichaam blijft achter op aarde maar zijn ziel gaat terug naar zijn planeet.
Een afscheid dat voor de piloot een Paaservaring wordt,
een begin van een nieuw leven waarin hij het leven, de wereld, de mensen ziet met nieuwe ogen.
Vol verwondering ziet hij de sterren zoals de kleine prins die zag.
Hij kan opeens zijn vliegtuig repareren en de woestijn verlaten.
Niet alleen zijn vliegtuig maar zijn leven krijgt vleugels.
Hij heeft de kleine prins in zichzelf gevonden, heeft zichzelf gevonden, het kind in zichzelf, zijn ziel, zijn hart.

10/8 Hoe houd je je hart zacht

Het thema voor vandaag is: ‘Hoe houd je je hart zacht’, naar de titel van een boekje van Natascha van Weezel    
Natascha van Weezel, geboren in 1986, de dochter van journalist/schrijver Max van Weezel,  is schrijver en documentairemaker.
Ze is derde generatie joods, haar overgrootouders en andere familieleden zijn in de oorlog omgekomen in concentratiekampen.

In haar boek schrijft ze over de vraag hoe ze om moet gaan met de oorlog tussen Israël en Hamas en de situatie van de Palestijnen.
Een conflict dat mensen over de hele wereld en ook in haar omgeving, ook in haar vrienden en kennissenkring, polariseert, uiteendrijft.
In haar boek beschrijft ze haar zoektocht om niet één kant, die van Israël of van de Palestijnen te kiezen,
maar een positie in het midden, in de hoop te kunnen verbinden.
Dat ‘midden’ wordt door anderen wel het ‘stille midden’ genoemd omdat je schijnbaar geen mening hebt en niet zo uitgesproken bent,
maar Natasja noemt het zelf het ‘radicale midden’ waarin ze zich inzet voor verbinding
en weerstand wil bieden tégen polarisatie.
Radicaal, want het vraagt veel moed om het in dat midden uit te houden.
Natascha krijgt ook persoonlijk veel haat en antisemitistische reacties, bedreigingen van beide kanten, joods en Palestijns, en ze verliest vriendschappen.
Toch probeert ze het in dat midden uit te houden, niet te verharden, haar hart zacht te houden.
Zoals haar vader haar heeft gezegd.

In een brief aan haar inmiddels overleden vader schrijft ze:
‘Sinds het beging van deze oorlog probeer ik een genuanceerd standpunt te verkondigen. Van mama en jou heb ik immers geleerd om iedereen met een open vizier tegemoet te treden.
Ik ben geschokt door het aanhoudende geweld en de honger in Gaza.
Maar ik schrik ervan dat de woede daarover soms vermengd raakt met antisemitisme. Iedere keer dat ik zelf antisemitische bagger over me heen uitgestort krijg, hoor ik jouw stem in mijn hoofd: ‘Niet verharden Tascha, houd je hart zacht’.

Maar, verzucht ze verderop in het boek: ‘Hoe houd je je hart zacht als het steeds verder uit elkaar getrokken wordt’, vanwege al het kwaad dat mensen elkaar aandoen.

Lezen: Blz. 40b en 41b

Dit thema vanmorgen gaat niet alleen over de kwestie Israël en de Palestijnen.
Ik denk dat deze vraag vaker aan de orde is:
Hoe houd je je hart, hoe houd ik mijn hart zacht -
in maatschappelijke kwesties en ook in persoonlijke conflicten.
In de discussies die in Europa en ook in ons land spelen:
de vluchtelingenopvang,
het klimaat, groepen die tegenover elkaar staan: boeren, natuurorganisaties, milieuactivisten, belangen soms lijnrecht tegenover elkaar en daarmee bevolkingsgroepen.
Ook persoonlijk kunnen er in je familie of op het werk ruzies of conflicten spelen die je  persoonlijk en diep raken.
Juist vanwege de zorg en de angst, gekwetst zijn, is het soms moeilijk daarin je hart zacht te houden, het gesprek niet tot schreeuwen of juist pijnlijk zwijgen te laten worden.

Toch over Israël en de Palestijnen enkele gedachten,
omdat het ook voor ons als kerk een belangrijk onderwerp is,
immers we komen als christelijke kerk voort uit het jodendom,
we delen met het jodendom het - wat wij noemen - Oude Testament,
en Jezus was volop een joodse rabbi.  
Onze kerkorde benoemt nog steeds de ‘onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël’,
Misschien zou beter zijn, waar sommigen voor pleiten, onopgeefbare verbondenheid met het joodse geloof.
Rabbijn van de Kamp, pleit zelfs voor onopgeefbare verbondenheid tussen christendom, jodendom en islam vanwege, kort gezegd, Abraham als de gezamenlijke aartsvader.

En dan is er natuurlijk de huidige situatie, die ons zoals iedere situatie van oorlog, slachtoffers, verwoestingen, leed en verdriet aan het hart gaat.
We bidden regelmatig om vrede, voor de slachtoffers aan beide kanten,
van de aanval door Hamas, de gijzelaars nog steeds,
voor de vele slachtoffers in Gaza, onschuldige burgers en kinderen, nu de hongersnood.
De situatie Israël en Gaza is een beladen en moeilijk, en gevoelig onderwerp,
vanwege onze verbondenheid met het joodse geloof,
vanwege de geschiedenis met de Holocaust.
We zoeken denk ik allemaal hoe hierin positie in te nemen, je een mening te vormen.
Daarom een poging tot enkele gedachten hierbij.


Hoe moet je, kun je de kwestie Israël en de Palestijnen en hun beider aanspraak op een eigen land zien in het licht van de Bijbel?
Als een pro-Israël argument klinkt dat God het land Kanaän aan Israël heeft beloofd.
Zo noemen we het ook vaak: ‘het beloofde land’ waar Israël vanuit Egypte 40 jaar naar toe trekt.
Het land dat God Abraham heeft beloofd toen hij wegtrok van zijn familie:
‘Trek weg uit je land en ga naar het land dat Ik je zal wijzen. Ik zal je zegenen, je tot een groot volk maken.
In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden’.
Een belofte die in de hoofdstukken daarna een aantal keren herhaald wordt,
samen met het verbond dat God met Abraham sluit:
in hem en zijn nakomelingen zullen alle volken op aarde gezegend worden.

Maar wat wordt er bedoeld met ‘het land dat ik je zal wijzen’?

Het Hebreeuwse woord in de belofte aan Abraham, ‘eretz’, dat vertaald wordt met ‘land’,
kan ook met ‘aarde’ vertaald worden,
het is hetzelfde woord dat klinkt in Genesis 1 waar staat dat God de hemel en de aarde schiep.
Dus misschien moet de belofte van God aan Abraham ruimer gezien worden dan zoveel vierkante kilometers in een bepaald gebied,
de strook die wij nu globaal kennen als Israël.
Daar gaat het óok over, het boek Genesis geeft ook een verklaring over het ontstaan van het volk Israël in het land Kanaän.
Maar de Bijbel vertelt meer een theologische boodschap dan een historische of een aardrijkskundige.
Als het gaat over het land waar David, Salomo en andere koningen over regeren wordt een ander woord gebruikt.
Met Abraham maakt God een nieuw begin, met het oog op de aarde, heel de aarde,
een nieuw begin met Abraham als aartsvader, waar Gods volk, Israël uit ontstaat.
 
Als het om het Bijbelse volk Israël gaat gebruiken we vaak het woord uitverkiezing: Israël is Gods uitverkoren volk.
Ook voor het persoonlijke heil is het in sommige kerken en geloofsstromingen nog steeds een belangrijk woord.
Maar verkiezing, uitverkiezing is in de Bijbel nooit exclusief: zij wel, de ene wel en zij of de anderen niet.
Uitverkiezing is in de Bijbel altijd juist met het oog op de ander of de anderen.
Israël is in de Bijbel het uitverkoren, het door God gekozen volk, om een voorbeeld, in Bijbels taal: een licht te zijn voor de volken,
een voorbeeld hoe God het leven, de wereld bedoeld heeft.
Om te laten zien: zo leef je, zo moeten we als volk, als mensen leven volgens Gods voorschriften: met recht en gerechtigheid, barmhartigheid en vrede, omzien naar de armen, de wees,
de weduwe en de vreemdeling.

Abraham woont in het gebied, hem door God gewezen, met zijn gezin en familie vreedzaam, als goede buren, samen met de volken die al in het land leefden.
En door heel het Oude Testament heen, ook in het beloofde land voor Israël,
klinkt dat de bijwoners, de vreemdelingen in het land recht hebben op respect en bescherming.
‘Als een onder u geboren Israëliet zal u de vreemdeling gelden, die bij u vertoeft;
gij zult hem liefhebben als uzelf, want gij zijt vreemdeling geweest in het land Egypte.’

De volken om Israël heen, met Israël wonend in het land, worden niet uitgesloten.
De zegen voor Abraham geldt juist ook de andere volken: ‘in jou zullen alle volken op aarde gezegend worden’.
Zegen voor Izaäk, en óok zegen toegezegd aan Ismaël, de andere zoon van Abraham, Ismaël de voorvader van de Islamieten.
Beiden gezegend, om als broeders samen te wonen.

Een gedachte die ook spreekt uit psalm 87 die we horen en zingen

Psalm 87 noemt Rahab en Babel als Gods getrouwen,
volken als Filistea, Tyrus en Nubië die gezien worden als: ‘hier – in Sion - geboren’.
Ze worden ‘geschreven op de rol’ met namen van al de mensen, volken waarmee God zich verbindt, de lijst met namen die God liefheeft.
Het zijn niet de eerste de beste volken die de psalm  hier noemt.
Elke naam staat ergens voor.
De Filistijnen waren van oudsher de vijanden van Israël.            
In Tyrus, daar woonden mensen die de gewoonte hadden de zee te bevaren.
In de ogen van de Israëlieten een rare gewoonte.  
Meren bewaren voor de visvangst, dat deden ze zelf volop.
Maar de zee stond voor de chaos, voor de machten der duisternis.
Mensen die de zee bevoeren waren dan ook in joodse ogen vreemdee types, niet helemaal normaal.
En dan Nubië, Etiopië.
Daar woonde een voor de Israëlieten onbekend soort mensen, mensen met een donkere huidskleur.
Door deze volken te noemen maakt psalm 87 ons duidelijk, dat God zich ook verbindt met die mensen waar wij vaak moeite mee hebben.
De vijand, de zonderlingen, mensen met een andere huidskleur.
De God van Israël kijkt verder dan alleen zijn eigen volk.
Zonder dat hij Israël uit het oog verliest, is Gods zegen, aandacht en zorg voor alle volken en alle mensen.
Met het oog op het in vrede samenwonen van alle volken als broeders en zusters.
Ook Psalm 113: 1 zingt ervan :
Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen!
Daar geeft de Heer zijn zegen: leven voor altijd.

Muziek: Hineh ma tov          (Psalm 133: 1)

Evangelielezing: Lucas 12: 32-34,

Hoe houd je je hart zacht.
Voor Natasha van Weezel is het radicale midden een manier om niet te verharden, haar hart zacht en kwetsbaar te houden.
Ze doet dat door geen positie in te nemen, niet vóor de één en tegen de ander,
door de dialoog, het gesprek te blijven voeren,
door naar beide kanten te blijven kijken, luisteren: wat gebeurt er, wat is je pijn, jouw angst?
Door onrecht aan beide kanten te benoemen, en ook de discriminatie en het antisemitisme.

Hoe houd je je hart zacht.
Ik moest hierbij ook denken aan Nelson Mandela,
vorige week zondag nog in een fragment in zomergasten, waarin hij als eerste zwarte president van Zuid-Afrika op bezoek bij de weduwe van Verwoerd, de architect van de apartheid.
Mandela, vriendelijk, mevrouw Verwoerd geluk en het goede toewensend.
Mandela zag de ander altijd als mens, in zijn of haar menselijkheid,
Hij benoemt dat ook:
als je elkaar ontmoet en spreekt, ontdek je van elkaar dat de ander geen horens heeft,
m.a.w. geen duivel is maar een mens als jij.

En zo zijn er meer voorbeelden in de wereldgeschiedenis te noemen: mensen die het midden zoeken, juist om daar verbinding te bewerken.
Is dat niet ook de houding die we steeds weer zien bij Jezus, de misschien wel meest zachtmoedige mens die op deze aarde rond heeft gelopen.
De zachte kracht van de liefde, mededogen, aandacht en inzet voor de zwakken, de lijdende mens, de uitgestotenen,
die steeds weer het gesprek, de dialoog aanging, niet om te winnen maar om het hart van de ander te verzachten.
De weg waarvan wij ieder jaar met Pasen vieren dat God die weg bevestigt, dat dát een weg naar het leven is.

Hoe houd je je hart zacht
Door in navolging van Jezus ook die weg proberen te gaan,
de weg van Gods koninkrijk ons geschonken, een kostbare schat: ‘daar zal ook jullie hart zijn’ zegt de evangelielezing vandaag.
Die weg gaan,
in het vertrouwen dat – in de woorden van dichteres Henriette Roland Holst - de zachte krachten zeker zullen winnen.

Een gedicht toegeschreven aan Mahatma Gandhi, ook een voorbeeld van iemand met een zacht hart:
Laat ons geen vooruitgang noemen,
waar een ander aan ten onder gaat.
Laat ons geen groei noemen,
waar een ander minder van wordt.
Laat ons geen vrijheid noemen,
wat een ander het recht ontneemt zichzelf te zijn.
Laat ons geen gemeenschap noemen,
waar de minste niet de minste aandacht krijgt.
Laat ons zelf de verandering zijn die we in de wereld willen zien.
terug

Kerkdiensten

Zondag 10.00 uur - De Toevlucht
Bekijk hier het overzicht

Agenda

Activiteiten komende weken

Live kerkdienst

Volg de kerkdienst online via
File:YouTube full-color icon (2017).svg - Wikimedia Commons Youtube en via  Kerkomroep

Laatste nieuws


Het kunstwerk van de jongeren gemaakt in de Paasnachtwake bij het thema:
'Een nieuwe dag'

Overdenking van de Week

Zondag 3 en 10 augustus: twee thema-overdenkingen:
'Alleen met het hart kun je goed zien' en 'Hoe houd je je hart zacht

×