Zondag Werelddiaconaat, thema LastenverLichting
Lezing Oude Testament: Deuteronomium 15: 1-11,
Evangelielezing: Marcus 10: 17-31,
We hebben als thema voor deze ZWO viering gekozen voor ‘lastenverlichting’,
vanuit de vertelling van de rijke man die bij Jezus komt.
Op zijn vraag ‘hoe het eeuwig leven te verkrijgen’ zegt Jezus hem: de geboden te doen,
en daarna héél liefdevol: ‘verkoop alles wat je hebt en geeft de opbrengst aan de armen’.
Om zijn rijkdom, die blijkbaar een drempel is, een last die hem in de weg staat om het eeuwig leven te ervaren, om die last af te leggen, weg te doen.
Maar dat is teveel gevraagd en de man gaat bedroefd weg.
Waarop Jezus stelt dat een kameel gemakkelijker door het oog van een naald kan gaan, dan dat een rijke het koninkrijk van God binnen kan gaan.
Onmogelijk dus?
Dit beeld van de kameel en het oog van de naald wordt vaak zo uitgelegd dat het oog van de naald waarschijnlijk een kleine poort in de muur van de stad is.
Zo klein dat een kameel beladen met bagage of allerlei spullen, zoals dat in die tijd gebruikelijk was, daar niet doorheen kan.
Maar als de kameel de spullen op zijn rug afgedaan wordt, als zijn last van hem af is, en de kameel kan knielen, dan kan hij door dat kleine poortje in de stadsmuur.
Er zijn ook andere uitleggingen, maar voor nu houden we het bij deze uitleg.
Een uitleg die betekent:
ook een rijke kan het koninkrijk van God binnengaan, als je niet ‘vastzit’ aan je rijkdom, aan je bezit, als dat niet je leven bepaalt,
en je er voor je geluk en de zin van je leven niet afhankelijk van bent,
als je die rijkdom ook zou kunnen loslaten, afdoen.
Met deze uitleg van het evangelieverhaal naast de lezing Deuteronomium over het ‘kwijtschelden van schulden’ kwamen we in de voorbereiding van deze ZWO viering op het thema LastenverLichting,
met de gedachte daarbij dat ook wij elkaars lasten kunnen helpen verlichten.
De geboden die Jezus aan de rijke man noemt, zijn ook precies die geboden die gaan over hoe mensen met elkaar omgaan,
zouden moeten omgaan, om het goede leven, Lichter Leven, voor elkaar te bevorderen.
Om waar nodig en mogelijk, de lasten van het leven waar iemand onder gebukt gaat, te verlichten.
In het Kyriëgebed hebben we allerlei lasten benoemd die mensen kunnen belasten en neerdrukken, beletten om voluit in het leven te kunnen staan en mee te kunnen doen.
De weegschaal hier op tafel, in de symbolische schikking,
maar ook de weegschaal in onze samenleving en wereld is behoorlijk uit balans.
Grote rijkdom naast grote armoede,
oorlog, onrust en armoede naast landen met een hoog welzijns en welvaartspeil.
En ook in persoonlijke levens van mensen: verdriet, zorgen, eenzaamheid, geen warm en veilig thuis, naast degenen die volop liefde en geluk kennen, vreugde en voorspoed, geluksvogels en succesvollen die het altijd mee lijkt te zitten.
Al het goede natuurlijk van harte gegund,
maar daarin ligt ook een opdracht en een mogelijkheid om voor anderen die minder geluk hebben misschien de last van het leven te verlichten.
In plaats van ‘lastenverlichting’ – ook een politiek bekende term - had het thema n.a.v. Deuteronomiumlezing ook kunnen zijn ‘bestaanszekerheid’.
Wees niet bang dit wordt niet nog even een politiek statement aan het eind van de overdenking.
Hoewel ook de hoofdlijnen van de Bijbel zeker niet a-politiek zijn.
Maar zonder een politieke richting in te slaan, had dat ook het thema vanuit Deuteronomium kunnen zijn: bestaanszekerheid.
Dat is namelijk het doel van de voorschriften in Deuteronomium.
In het kader van ons jaarthema zouden we ook kunnen zeggen: om duurzaam en in welzijn te kunnen wonen en leven in het land, voor mens en natuur.
Deuteronomium geeft voorschriften met het oog op de langere termijn, op een goede, leefbare toekomst.
En zeker op zondag Werelddiaconaat denken we daarbij aan mensen in heel de wereld.
Heel het Bijbelboek Deuteronomium getuigt ervan dat het beloofde land waar het volk Israël mag wonen, gave van God is.
Zoals heel de schepping, heel de aarde gave, geschenk van God is.
Een geschenk, om met eerbied en zorg en respect mee om te gaan.
In de Bijbelboeken Exodus en Leviticus wordt voorgeschreven dat in het 7e jaar het land niet bewerkt mag worden en braak moet blijven liggen. Er dus ook geen oogst is.
Om zo de aarde, het land rust te gunnen.
Zoals de week op de zevende dag een rustdag kent, de sabbat, zo ook voor het land: het zevende jaar dat sabbatsjaar genoemd wordt.
Een jaar waarin het land mag rusten, waardoor de kwaliteit van de grond wat betreft voedingsstoffen e.d. weer beter wordt.
Dus de andere jaren zal het land zelfs meer vruchten geven.
Zoals het ook voor ons goed is om wekelijks een rustdag te houden, waardoor je meer energie hebt en zin in je werk
en de productiviteit waarschijnlijk hetzelfde is als wanneer je een dag meer zou werken.
De kwijtschelding van de schulden aan de armen in Deuteronomium 15 had alles te maken met het voorschrift dat in het 7e jaar het land niet bewerkt mocht worden.
Normaal gesproken mochten de armen graan en vruchten zoeken dat langs de kant van het veld groeide of na de oogst bleef liggen op de akker, om daarvan te leven.
Maar in het zevende sabbatsjaar, als het land braak bleef liggen, was er geen oogst, en dus ook niets dat voor de armen achterbleef om van te leven.
Omdat er voor de armen dus minder te eten was, en geen vruchten om misschien te verkopen, konden ze in dat jaar geen schulden aflossen.
En daarom moesten de schulden in het 7e jaar wordt kwijtgescholden.
Daarin ligt ook de reden waarom van buitenlanders wél aflossing gevraagd mocht worden, ook in het zevende jaar.
Een voorschrift dat voor ons gevoel discriminerend is.
Maar voor buitenlanders in Israël gold niet het voorschrift dat ze in het zevende jaar het land niet mochten bewerken,
dus zij hadden wel oogst en opbrengst, en konden dus wel hun schulden blijven aflossen.
Heel praktisch en eerlijk dus.
Maar voor de armen werden zo in het 7e sabbatsjaar de lasten verlicht, om te kunnen overleven en niet in slavernij te vervallen.
Een heel concreet voorbeeld van lastenverlichting met het oog op goed leven en samenleven.
Wij vertrouwen erop dat over ons leven en samenleven Gods Licht schijnt.
We geloven in de weg van Jezus die liefdevol met en voor mensen de last van het leven heeft gedragen.
‘Volg mij’ zegt Jezus tegen de rijke man en daarin ook tegen ons.
Uitnodiging om, waar we dat kunnen, de lasten van het leven voor mensen dichtbij en
ver weg te verlichten.
Om, door barmhartigheid, naastenliefde, inzet voor vrede en gerechtigheid, de weegschaal in onze wereld in evenwicht te brengen.
Door ‘Lichter’ leven.