Wat maakt een ontmoeting tot een echte ontmoeting?
Ik denk dat er geen tijd is geweest waarin mensen zoveel elkaar ‘tegenkomen’.
We gaan uit, maken uitstapjes, we reizen en winkelen wat af.
We hebben allerlei communicatie middelen, natuurlijk de Social Media, staan voortdurend in contact en zien en horen van alles van elkaar.
Maar zijn dat allemaal echte ontmoetingen?
En waarom is er dan zoveel eenzaamheid?
Wij beginnen iedere kerkdienst met een moment van stilte, om ons hart, ons leven te openen voor de ontmoeting met God en met elkaar.
Maar wanneer kun je na afloop van de viering zeggen dat je die ontmoeting met God echt hebt ervaren.
En ook met elkaar.
En wanneer kun je dat zeggen op andere momenten, doordeweeks, als je iemand tegenkomt, in bijeenkomsten, vergadering of gespreksgroep, in je werk of hobby.
Wanneer kun je zeggen dat je echt een ander daarin hebt ontmoet?
Ik denk dat het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw heel mooi laat zien wat een echte ontmoeting is.
Het begin heel gewoon met de vraag van Jezus bij een bron om wat water op zijn lange reis door Samaria,
Maar in dat gesprek leert de vrouw steeds meer Jezus kennen en gaandeweg ook zichzelf.
Ze leert zichzelf meer begrijpen, in wat haar diepste verlangen is.
En Jezus in hoe hij dat verlangen kan vervullen.
En dat mag je een echte ontmoeting en een echt gesprek noemen.
Een gesprek dat verder gaat dan ditjes en datjes, koetjes en kalfjes – wat soms ook heel prima kan zijn en nodig is, sociaal verbindend.
Maar in een echte gesprek leer je de ander en ook jezelf beter kennen.
Waarin je, zoals we dat zeggen, ‘verder komt’ in je gedachten, je mening en gevoel over iets.
Waarin, als het een gesprek over geloof en geloven is, je geloof zich verder verdiept.
In een echte ontmoeting is er ruimte en veiligheid, vertrouwen dat je jezelf mag zijn, en echt kunt zeggen wat je vindt en voelt.
Waarin echt naar elkaar geluisterd wordt.
Waarin wat jij zegt niet alleen als aanleiding wordt gebruikt om zelf weer het woord te nemen.
Waarin je het ook niet met elkaar eens hoeft te zijn of eens moet worden.
Maar waarin wel openheid is om echt te luisteren en oprechte belangstelling voor elkaars verhaal en mening.
Dat soort ontmoetingen en gesprekken kunnen zomaar onverwacht ontstaan.
Zoals bij Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de bron.
Het is al eigenlijk al vreemd dat Jezus door Samaria reist.
Joden namen vanwege de vijandigheid met de Samaritanen liever een langere omweg dan door Samaria te reizen.
Ze keken op de Samaritanen neer vanwege theologische verschillen, o.a. omdat de Samaritanen hun heiligdom niet in Jeruzalem hebben maar op de berg Gerazim.
Als jood had je geen contact met Samaritanen en het was een onmogelijke gedachte dat een jood uit dezelfde kruik, uit dezelfde beker zou drinken als een Samaritaan,
dan maar liever dorst.
Maar Jezus reist wel door Samaria en bij de bron vraagt Jezus de Samaritaanse vrouw om hem drinken te geven.
Jezus doorbreekt daarmee alle grenzen.
Door als man een vrouw aan te spreken, en dan ook nog als jood een Samaritaanse.
Als je de durf hebt om grenzen te doorbreken kan er zomaar een onverwachte ontmoeting ontstaan.
Als je over de drempel van onbekendheid, misschien een taalbarrière of zelfs een vooroordeel heen durft te stappen.
Contact met iemand met een andere herkomst, geloof- of levenswijze kan mooie, boeiende en leerzame gesprekken opleveren.
Gelukkig zijn er nog steeds een paar van dat soort mooie gespreksprogramma’s op televisie.
In de politiek, waar we komende week weer voor moeten stemmen, zou je dat vaker willen zien en merken,
de openheid om naar elkaar te luisteren over ideologische partijgrenzen heen, om samen te zoeken naar een weg en oplossing voor de grote problemen die er spelen.
De openheid van Jezus nodigt de vrouw ook uit tot openheid.
Ze had hem ook zwijgend de kruik met water kunnen geven om daarmee afstand te houden.
Maar ze antwoordt Jezus vrijmoedig: ‘Hoe kunt u, als Jood, mij om drinken vragen?’
Vaak wordt uitgelegd dat de vrouw, vanwege haar verleden, schaamtevol op het midden van de dag in de hitte water komt putten, om maar niemand tegen te komen.
Maar hier antwoordt ze Jezus, weliswaar vanuit de bestaande verhoudingen tussen Joden en Samaritanen, als een zelfbewuste vrouw.
Zo ontstaat een open gesprek waarin de vrouw Jezus durft te vragen wie hij is,
durft te vragen om dat water dat Jezus biedt waardoor je nooit meer dorst krijgt.
En ook eerlijk durft te zeggen hoe haar leven eruit ziet, zonder man.
Dan laat Jezus merken dat hij haar echt ziet als wie ze is: ‘u hebt vijf mannen gehad, en die u nu hebt is uw man niet’.
Zonder enige veroordeling of afkeuring benoemt hij de leegte in haar leven.
En daarmee haar verlangen, haar dorst.
Ze wordt gezien, in wie ze is, en daardoor herkent ze Jezus, herkent ze het levende water dat Jezus haar biedt.
De liefdevolle aandacht en aanvaarding van God,
de bron waaruit ook zij mag drinken.
En haar leven, haar vastgelopen, gestolde leven gaat weer stromen.
Ze wordt zelfs de eerste vrouwelijke apostel als ze haar stadsgenoten gaat vertellen over Jezus en hen ook in beweging brengt.
Haar kruik laat ze staan, vertelt Johannes, die heeft ze niet meer nodig.
Ze heeft nu ander, levend water geproefd en gaat open voor het leven, voor het contact met anderen.
De vrouw met een verleden wordt een mens met toekomst.
Ze heeft het stromende water van eeuwig leven geproefd.
En ‘eeuwig leven’, ik heb het al veel vaker gezegd, is niet iets alleen van later, na dit leven.
Eeuwig leven is leven nu, met God, nu volop leven, het echte leven proeven en durven leven.
Niet gevangen en vastgehouden door schuld of schaamte, door oordelen en etiketten die we elkaar of onszelf opplakken.
Niet vast zitten in gewoonten en tradities, vastgeroeste patronen.
Maar openheid voor elkaar, nieuwe gedachten, nieuwe wegen.
Het is niet toevallig dat dit allemaal plaatsvindt bij een bron.
De bron is in de bijbel steeds weer een plek van ontmoeting.
God ziet Hagar bij een bron nadat Abraham haar heeft weggestuurd,
Eliëzer, de knecht van Abraham ontmoet Rebekka de toekomstige vrouw van Izaäk bij een bron.
Jakob Rachel en Mozes Zippora.
De bron is de plaats waar liefdesgeschiedenissen beginnen, omdat je elkaar daar echt ziet.
In het Hebreeuws is het hetzelfde woord dat met ‘bron’ en met ‘oog’ vertaald kan worden.
Bij de bron ziet Jezus de vrouw en het wordt voor haar tot een bron van nieuw, ander leven.
Zij, zo vaak door eigen dorpsgenoten voorbij gekeken, met de nek aangekeken.
Zij voelt zich nu gezien, en daarin wordt haar diepste verlangen gekend en vervuld.
Door, na de vorige zes, de zevende man in haar leven.
Alsof het sabbat is, de zevende dag, de dag van God, van het nieuwe, goede leven.
Gezien worden en steeds meer gaan zien, God en elkaar
Bron om uit te leven.